Pastelstreken

There's beauty in stripes
There's beauty in stripes
Pastelstreken
mens- en dier portretten

originelen en opdrachten
Pastelstreken
mens- en dier portretten

originelen en opdrachten

Teken eens... een appeltje

Als je wilt beginnen met tekenen…En je vraagt je af ‘Hoe dan?’ of ‘Waar moet ik beginnen?’ lees dan vooral even door. Tekenen is namelijk helemaal niet zo moeilijk, maar je moet jezelf niet overvragen door gelijk een meesterwerk neer te willen zetten. Het vergt voor de meeste mensen  gewoon heel veel oefening en enige kennis van tekentechnieken om iets er een beetje realistisch uit te laten zien.

Daarom als eerste ‘les’ een eenvoudige oefening waar je weinig voor nodig hebt. Met een potlood, een gum en een vel (kopieer)papier heb je eigenlijk al voldoende.

Let op! De lijnen op de voorbeelden zijn veel donkerder dan je ze normaal moet maken, maar anders zie je ze niet goed op de foto’s.

Je begint met het tekenen van een cirkel.

Dat hoeft geen strakke harde lijn te zijn. Een beetje schetsen is prima. Probeer in ieder geval altijd om je potlood zacht over het papier te laten gaan. Hoe harder je duwt, hoe moeilijker het is om foutjes weg te halen.

Vind je het moeilijk om een rondje te tekenen? Probeer het dan eens zo:
 

Zoek een liniaal of iets anders waarmee je rechte lijnen kunt trekken, dat kan ook prima een boek zijn of een ijslolliestokje.

Teken een kruis, waarvan alle poten even lang zijn.

Trek nu een rond lopende lijn van de 1e  naar de 2e poot. Draai je papier een stukje door en trek een rond lopende lijn van de 2e naar de 3e. en zo ook van de 3e naar de 4e. Tadaa! Je eerste min of meer ronde rondje staat er.

Tekenles appel 1

Zo’n rondje heet een basisvorm.

Zo’n rondje noemen we dus een basisvorm, daar zijn er uiteraard meer van, maar we houden ons nu even bij de cirkel. Als je gaat tekenen, zal je ontdekken dat vrijwel alle voorwerpen, mensen en dieren onder te verdelen zijn in een basisvorm.

Door eerst basisvormen neer te zetten kan je bijvoorbeeld veel gemakkelijker sturen hoe groot je tekening wordt. Als je direct de details induikt in de linkeronderhoek van je papier, kan je zomaar aan de rechterkant te weinig ruimte over houden en past je tekening er niet op. Jammer van al dat werk wat je al in de details gestoken had!

De basisvorm dus. Kijk nu eens om je heen of je dingen ziet die als basisvorm (of als 1 van de basisvormen) een cirkel hebben.  Het kan een voetbal worden. Of misschien een mandarijn. Of een bloem, een bolle vaas, knikkers…. Bedenk het zelf maar.

 

Door een paar lijnen tot te voegen aan deze basisvorm kan je er heel eenvoudig een voorwerp mee uitwerken. Ik ben dol op appels (om te tekenen én om te eten), dus ik maak hier met een paar  paarsrode lijnen (voor de duidelijkheid) een appeltje van. Lijkt je dat net wat veel van het goede, houdt het dan gewoon bij een bol.

 

Tekenles appel 2

Nu is het een plat appeltje. Misschien wel herkenbaar, maar wat meer diepte erin maakt het net iets leuker. Dat doe je door het aanbrengen van licht en schaduw.

Stel dat je je appeltje (of bol) neerlegt bij een raam, zodat er van 1 kant licht op valt, dan zie je aan de andere kant schaduw. Schaduw onder de appel -op de vensterbank-  en schaduw op de appel zelf. Beiden zijn belangrijk. Beiden vallen ook aan de zelfde kant van de appel. Ik heb me daar ooit eens in vergist, dat ziet er heel raar uit.

Mijn appeltje ligt met de linkerkant naar het raam, dus de schaduw komt rechts. Eerst krijgt het hele appeltje een beetje kleur, alleen aan de linkerkant houdt je een stukje wit open. Ook hier: weinig kracht zetten op je potlood.

Tekenles appel 3

Een bolle vorm, want dat wordt je cirkel nu, heeft ook een bolle schaduw, dus geen harde/rechte lijn.  Hoe dichter je bij de bodem komt, hoe donkerder de kleur. Die donkere kleur bereik je door laag over laag over laag aan te brengen. Bij kopieerpapier kan je daar niet eindeloos mee doorgaan, op een gegeven moment pakt het de kleur niet meer. Daarom neem je voor een ‘echte’ tekening beter echt tekenpapier.

Om je tinten wat meer in elkaar te laten overlopen en eventuele zichtbare streepjes weg te werken kan je met een doezelaar (als je die niet hebt: een klein propje watten werkt ook!) over je tekening heen gaan en de kleuren uitvegen. Ga daar niet te lang mee door, anders maak je de hele appel weer egaal van kleur.

Daarna voeg je de zogenaamde slagschaduw toe, de schaduw die je appel maakt op de ondergrond. Ook deze bestaat uit rondlopende lijnen.  Deze schaduw mag je gerust best donker maken.

 

Steeltje erop, blaadjes eraan, eventueel nog wat donkerder stipjes op de appel… Klaar!

Tekenles appel 4